Plannen en organiseren leren

Plannen waarom?

Plannen en organiseren zorgen dat kinderen dingen gedaan te krijgen. Want dagelijks hebben we steeds keuzes te maken om dingen te doen of juist te laten. Hoe ouder kinderen worden, hoe meer er van ze wordt verwacht. Op school zelfstandig omgaan met taken binnen een bepaald tijdsbestek, spelen, op tijd zijn met eten, klusjes doen, huiswerk maken, voor sporten tas zelf inpakken, tekst leren voor toneel, enzovoorts. Maar wat is ervoor nodig om dingen gedaan te krijgen?

Plannen en tijdsbesef

Je moet kunnen inschatten hoe lang iets duurt: vele gebeurtenissen en ervaringen zorgen ervoor dat een kind tijdsbesef ontwikkelt. Is het snel afgeleid tijdens taken, dan raakt het de binding met de activiteit en daarmee de tijd kwijt. Als dit regelmatig gebeurt, kan het kind moeite hebben met de vaardigheid om de duur van een activiteit in te schatten.

Vooruitkijken

Iets wat je wilt gaan doen ligt altijd in de toekomst. En die toekomst is soms ver, maar soms dichtbij. Daarom zijn hierbij gevoel voor tijd en vaardigheid ontwikkelen om een situatie te kunnen overzien van belang.

Overzicht hebben op de situatie

Waarom? Om een efficiënte planning te kunnen maken. De situatie van meerdere kanten kunnen bekijken en rekening kunnen houden met veranderingen. Flexibiliteit hangt hiermee nauw samen. Overzicht zorgt voor grip en controle. Weinig overzicht zorgt voor weinig grip en het kind kan zich overspoeld voelen als zaken wijzigen. Oorzaak kan zijn prikkelgevoeligheid.

Ordenen en volgorde aanbrengen

Het is belangrijk dat je in staat bent om alle relevante informatie in je hoofd te ordenen en daar een bepaalde volgorde in aan te brengen. Wil je een doel bereiken moet je in je hoofd de stappen uitdenken en jezelf de vraag stellen wat allemaal nodig is om het straks te kunnen uitvoeren. Voorbeeld: Ik ga straks sporten en voorafgaand aan de wedstrijd moet ik mijn tas inpakken met de juiste spullen die voor, tijdens en na de wedstrijd nodig zijn. De situatie visualiseren via een plaatje in je hoofd helpt een kind hierbij. Deze vaardigheid hangt nauw samen met het werkgeheugen (zie plaatje MatriXmethode).

Prioriteit stellen

Om dingen gedaan te krijgen is het belangrijk dat je prioriteiten stelt. Je bepaalt wat je wilt doen. Dat is niet eenvoudig, omdat er doorgaans ook aspecten van tijdsdruk en verschillende belangen een rol spelen. Afwegingen maken komt hierbij kijken. Is iets belangrijk, maar niet dringend. Is iets dringend, maar niet belangrijk of belangrijk en dringend of niet belangrijk en niet dringend. Je houdt steeds je doel in de gaten en schat in hoe lang dingen duren (tijdsbesef).

Hoe dit te leren?

Het maken en uitvoeren van een efficiënte planning is iets wat je moet leren. Want doen kinderen het vaker, trainen ze hun brein en zal het in de loop van de tijd steeds makkelijker worden. Jong geleerd is oud gedaan! De MatriXmethode is een snelle en effectieve manier om kinderen dit bij te brengen omdat ze zelf bepalen wat hun helpt.

Resultaat

Kinderen met een betere concentratie en tijdsbesef die hun taken kunnen plannen en organiseren.